Terwijl ik dit schrijf is de marathon van Rotterdam net achter de rug. Wonend in het centrum zag ik op de vroege zondagochtend een stoet van sportievelingen door de stad trekken. Vol anticipatie en lichte spanning. Een koffietje to go hier, een banaan daar. De één al in concentratie, de ander dribbelend warmlopen. Ieder op zijn eigen manier in voorbereiding. Een dag later zie ik overal strompelende mensen. Schuifelend door het gangpad van de supermarkt. Traag weer op gang komend na een koffiepauze op het terras. De spierpijn toegeslagen door de ruim 42 kilometers in de benen. Tja, zo’n loop vraagt om herstel. En een beetje sporter weet, herstel is minstens zo belangrijk als het trainen zelf.
Waarom is het dan dat we herstel zo waanzinnig moeilijk vinden? Op de manier hoe we leven, werken, ondernemen. Onze economie draait op het lineaire principe van winstmaximalisatie. Wiens status we beoordelen met een lijn omhoog (= goed) of een lijn naar beneden (= slecht). Groei is wat we nastreven en krimp moeten we voorkomen. Zo ook af te lezen aan allerlei woorden die het tegengestelde van groei uitdrukken. Regressie, achteruitgang, verval. Allemaal woorden met een negatieve lading. Misschien was het door gebrek aan een neutraler woord om een tegenhanger van groei te duiden dat de term degrowth, ontgroei, steeds meer terrein wint.
Degrowth stelt de afhankelijkheid naar meer, meer, meer aan de kaak dat in ons economisch systeem is geslopen. Onlangs verschenen er diverse artikelen over de haalbaarheid van het gedachtegoed van de degrowth beweging. Daar wil ik zelf niet al te diep op in gaan, maar wat mij opviel in de discussie is dat degrowth vaak als doel wordt neergezet. Terwijl het in mijn beleving een middel is. Een middel richting balans, evenwicht en regeneratie. Degrowth als doel is net zo onnatuurlijk als oneindige (lineaire) groei.
Stap in het voorjaar een bos of park in en kijk hoe snel de knoppen uitkomen. Die gaan gewoon, geen houden aan. Groei is onderdeel van een natuurlijk proces.
Het hele onnatuurlijke van hoe we onze economie hebben ingericht is dat er geen ruimte is voor herstel. En de symptomen daarvan zijn breed zichtbaar in onze maatschappij. Van burnouts, depressie, eenzaamheid en ongelijkheid tot biodiversiteitsverlies en milieuvervuiling. We hebben onszelf ingegraven in een systeem van meer, meer, meer, en die trein is moeilijk te stoppen. Afbouw zien we als afbraak, minder staat symbool voor verlies, stilte vinden we ongemakkelijk en pauze nemen kunnen we vaak pas echt als we gedwongen tot stilstand komen. En dat terwijl een periode van herstel juist de rijkste voedingsbodem biedt voor een nieuwe fase van groei.
Afbouw is niet het einde, maar het begin van een nieuwe cyclus.
De knoppen die nu als een razende uitkomen, ontvouwen zich tot blad en na het verschieten van kleur vallen ze af en voeden ze de bodem voor weer een nieuw jaar van groei. De lineaire economie focust op die lente en zomer fase van opbouw, de degrowth beweging focust op de herfst en winter fase van afbouw. Beide zijn nodig om tot balans te komen. Niks is een grotere roofbouw dan een oneindige zomer. Daar raken de bodem, rivier, planten, bomen en onze eigen fysieke en mentale batterij razendsnel van uitgeput. Alsof we elke dag een marathon rennen zonder dat we onze spieren, gewrichten en motivatie de kans geven om bij te komen en weer op te laden.
Eén van de belangrijkste drijfveren voor mij om aan een circulaire economie te werken gaat precies over dit herstel. Veel van onze ecologische, economische en sociale problemen zijn symptomen van onbalans. En hoewel we op allerlei lagen druk bezig zijn met oplossingen, reiken deze oplossingen vaak niet verder dan symptoombestrijding. Aandacht voor herstel is wat bij betreft een essentiële sleutel om weer tot een natuurlijk evenwicht te komen.
Het herstel herstellen dus. “Maar hoe dan”, vraag je je misschien af. Het risico van dit soort vraagstukken is dat we ze ver weg en buiten onszelf plaatsen. Grote, maatschappelijke problemen die om systeemoplossingen vragen. Maar als we het gesprek op die manier blijven voeren verandert er weinig. Het is een beetje zoals over jezelf in de derde persoon praten. Daarmee leg je je eigen handelen, invloedssfeer, verantwoordelijkheid buiten jezelf.
Ik geloof in het consistent verbinden van het kleine met het grote. Hoe kan je dat wat op grote schaal nodig is in het klein uitvoeren? Dat is namelijk allemaal met elkaar verbonden. Het systeem is geen abstract iets dat buiten onszelf plaatsvindt, maar iets waar iedereen op onze eigen manier elke dag aan bijdraagt. Door het werk dat je doet, de dingen die je koopt, de plek waar je woont, de relaties die je onderhoud, de manier waarop je je vrije tijd inricht, de keuzes die je maakt. Hoe ziet herstel er voor jou uit op al die plekken? Hol je achter deadlines, verplichtingen en verwachtingen van anderen aan of maak je bewuste keuzes waar jouw energie en aandacht naar toegaan?
Hoe maak je actief ruimte voor herstel? En voor je team en binnen je projecten? Hoe leef je herstel voor aan je kinderen?
Wie ooit in een ruzie, verwijdering of conflict is geraakt met iemand die je lief hebt weet dat herstel om tijd en aandacht vraagt. Het is niet iets wat op de plank klaarligt. Het vraagt om zorgvuldigheid, ruimte en aanwezigheid met alles wat is. Het zal dus niet zomaar ‘vanzelf’ gaan. De stap naar regeneratie, evenwicht, balans, zit in het actief ruimte maken voor herstel. In het kleine en het grote, van binnen en van buiten. Wat bovendien om moed vraagt, want het aangaan van herstel maakt ook dat we geconfronteerd worden met de pijn, het verdriet, de rouw die komt kijken bij het volledig aangaan, erkennen van datgene wat hersteld dient te worden.
In mijn werk als trainer en coach bij IN transities is dit precies waar ik idealisten op de werkvloer in begeleid. Hoe zij hun missie (het grote) in lijn brengen met hun eigen handelen (het kleine). Hoe balans en evenwicht er voor henzelf uitziet en hoe ze dat door en voor kunnen leven.
Want hoe kan je werken aan een regeneratieve, duurzame toekomst als je zelf volledig uitgeput bent?
Onlangs heb ik mijn toolkit mogen uitbreiden met systemisch werk en begeleid ik familieopstellingen en binnenkort ook organisatieopstellingen. Een hele mooie methodiek om patronen en belemmeringen te onderzoeken. Het levert voor zowel vraaginbrengers als representanten verrassende inzichten in (onbewust) bekende dynamieken. En beide werken daarmee ook aan herstel. Herstel van bepaalde stukken in zichzelf en herstel binnen hun familie- of organisatiesysteem. En als opsteller blijft het elke keer weer een mooie beoefening om de beweging naar herstel te faciliteren die gemaakt wil worden, zonder het zelf te willen oplossen.
Wil je meer weten over opstellingen nieuwsgierig naar andere manieren om ruimte te maken voor herstel? Schrijf je in voor de IN transities nieuwsbrief of neem contact op via intransities@gmail.com. Ik begeleid je met liefde in jouw pad van herstel.